woensdag 8 juni 2011

2/9 Juni: Sucre


























Tegen de schemering rijden we de voorstad van Sucre in. De stad ligt in de heuvels, en ziet er erg aantrekkelijk uit met zijn mooie gebouwen. Als we stoppen bij de busterminal is het donker. We stappen in bij de eerste de beste taxichauffeur die ons aanspreekt en een aardige prijs met ons afspreekt. We laten ons eerst afzetten bij een hostel dat goed stond aangeschreven in de Lonely Planet, maar dat bij nader inzien nogal prijzig bleek (voor Boliviaanse begrippen dan). Dus vroegen of de chauffeur een tip had. Nou, die had hij, en vervolgens bracht hij ons naar Hotel Pachamama, veel dichter bij het centrale plein, veel goedkoper en veel luxer. We hebben weer twee aparte kamertjes, weer direct boven elkaar. Waarom we Fee en Merijn steeds boven ons laten slapen weten we eigenlijk ook niet, het wordt tijd dit binnenkort maar eens om te draaien. Merijn was zo slim aan de dame van de receptie te vragen of er een vegetarisch restaurant in de buurt zat.


 De vrouw had een goede tip, en dus gingen we daar een hapje eten. Het was ondertussen een uur of acht, maar omdat we moe waren van de reis hadden we niet eens zo’n honger. Dat veranderde toen we de kaart zagen. We stopten onszelf helemaal vol met overheerlijk eten, en besloten de volgende ochtend hier samen te gaan ontbijten. De eerste ochtend worden we vroeg wakker, we zitten blijkbaar nog in het ritme van de tour. De kamers kijken uit op een binnentuin met een groen gazonnetje en een tuintje vol bloemen. Er is een apart keukentje bij en er staan stenen bankjes waar je lekker van het zonnetje kan genieten. Na tien minuten buiten kan Fem zich weer omkleden: uit met die warme trui en de sandalen worden weer van de bodem van de tas gehaald. Wat is dat heerlijk na de kou die we hebben doorstaan op de hoogvlakte! Na een lekkere fruitsalade en net zo lekkere cappuccino gaan we de stad bij daglicht bekijken. In het felle zonlicht stralen de witte gebouwen van de stad. Wat een schoonheid, je waant je bijna in Wenen. De statige oude koloniale gebouwen zijn met krullen en pilaren gedecoreerd en hebben houten uitbouwtjes en gietijzeren balkonnetjes.




Doordat de stad in de heuvels ligt lopen de straten omhoog, waardoor je af en toe een mooi doorkijkje hebt op de stad. In de straten staan soms boompjes, en het centrale park is schitterend.




 Enorme bomen geven schaduw over de groene perkjes waar met veel zorg verschillende planten en bloemen zijn geplant. De schoonmakers denken waarschijnlijk dat het Koninginnedag is. Ook hier natuurlijk weer een grote centrale markt. De kraampjes met vlees in een hoek van het gebouw, de groente en het fruit aan de andere kant en dan zijn er ook de aparte hoeken waar kleding, drogisterij-spulletjes, doe-het-zelf klusspullen, tupperware, kleding, schorten, schoenen, haarbanden en allerlei andere spulletjes worden verkocht. De tweede verdieping is de eethal, die wij weer overslaan. In de straten concentreren de winkels zich net als op de markt. Zo is er een straat vol met kappers of een straat vol met juridische hulpverleners, in de straat van het hostel wemelt het van de tandartsen. In de vorige stadjes was het ons al opgevallen dat de straatverkopers ook deze eigenschap hebben. Dan zie je echt tien metalen hokjes of karretjes naast elkaar waar hetzelfde wordt aangeboden. Snoep en limonade, kraampjes met verse vruchtenshakes, schoenmakers, broodverkoopsters, allemaal kliekjes bij elkaar. Alleen de ‘farmacia’s’ (drogisterijen) en kleine winkeltjes-van-sinkeltjes zitten echt overal, in bijna elke straat. ’s Avonds zit er een hek voor de deur van de winkeltjes, van waarachter je dan zegt wat je wil hebben. Met oude opa’tje kan dat soms wat extra tijd nemen. Maar de mensen zijn vriendelijk en de sfeer in de stad is ontspannen. 




Hier in Sucre hebben ze trouwens wel iets heel vaags, misschien speciaal voor ons, maar wat zijn vega-computers?!? Er zijn een aantal musea in de stad die we graag willen bekijken. We beginnen met het ‘Museo Nacional de Etnografia y Folklore’. Er was een mooie zaal ingericht met allemaal maskers, heel gaaf om te zien. Ze waren gemaakt van hout, van wol, van haar en papier-maché. Dieren, opa’s, duivels, allemaal maffe koppen. Een aantal maskers leken wel afkomstig uit China. Kleurige drakenkoppen met uitpuilende ogen keken naar ons en wij naar hen. De tweede zaal boven in het mooie gebouw was ingericht met informatie over hoe de oorspronkelijke indiaanse bevolking in dit gebied leefde. Er lagen ook wat instrumenten, maquettes van dorpjes en wat mooie foto’s. En dat was het dan alweer. Dus gingen we daarna lekker winkeltjes kijken en een kopje koffie drinken op een balkon met uitzicht op het plein (de enige plaats waar je buiten in de zon een bakkie kan bestellen). Die avond gaan we weer in hetzelfde restaurant eten, we hadden nog lang niet alles van de kaart geproefd. De avond ervoor hadden we al een mooi doek gespot die daar te koop aan de muur hing, en deze avond was meneer de verkoper toevallig zelf aanwezig. Het kleed was door zijn eigen vrouw in elkaar geknoopt, het had haar heel wat dagen werk gekost. Na een korting van 25% te hebben afgesproken leek de deal gesloten. Ineens krabbelde hij toen terug, want ja, met zo’n prijs kon hij toch eigenlijk niet bij zijn vrouw aankomen…. en misschien wilden we hem ook wel een maaltijd aanbieden bij ons aan tafel. Maar wij zijn natuurlijk bikkelhard, geen stuiver meer en aanschuiven al helemaal niet! Daar had ‘ie niet van terug en nu heeft Jimmie een heel mooi kleed voor een mooie prijs om zijn fluiten in te rollen.







De volgende dag is het zaterdag, volgens ons een mooie dag om nog een paar musea te bekijken. Daar denken ze in Bolivia anders over, hier zijn die in de weekenden gesloten. Daar kwamen we wel pas achter nadat we bij een oud adres van het museum de krabbels op een a4tje hadden ontcijferd. Jammer, want juist dit museum met inheemse kunst leek me erg leuk om te zien, omdat er ook zou worden gedemonstreerd hoe de vrouwen hier weven. Gelukkig zat op het nieuwe adres wel de winkel die bij het museum zou horen, en die was wel open. Daar hing hij toch echt, het perfecte kleed voor in ons huis! Precies de goede kleuren en formaat. Dus die ging in de tas. Daarna slenteren we nog wat op de markt waar we een enorme zak aardbeien kopen en twee vage vruchten. De señora van de kraam laat ons eerst een hapje proeven van een groene bol met wit vruchtvlees waarin zwarte pitten zitten. Wat enorm zoet! Even zoeken op internet, want ik was de naam alweer vergeten, maar het heet dus chirimoya. Vooral gemengd met de aardbeien en yoghurt. 




Die avond stappen we in een taxi die ons naar een dansvoorstelling aan de andere kant van de stad brengt. Wanneer we aankomen staat de straat vol, de hele stad lijkt uitgerukt voor dit evenement. Jong en oud, alles door elkaar. De kindertjes worden blij gemaakt met plastic zwaarden met gekleurde lichtjes, en door deze kermissfeer krijgen we zelfs zin weer eens een suikerspin te proberen. Net als de rest van de mensen nemen we een plaatsje in op de stoeprand. In de middenberm staan barbecuekarretjes met worst en aardappelen en verkopertjes met manden vol snoep lopen langs de rijen mensen. Door onze lengte kijken we over de anderen heen en kunnen we alles goed zien. We horen van een afstandje de fanfareband al aankomen en al gauw trekt een bonte stoet ons voorbij. De chinezige maskers die we een dag eerder in het museum hadden zien hangen zien we nu in levende vorm! Eerst een paar soort van konijnen, in volledig wit pluizig pak. Dan een condor, met echte vogel-vleugels. Ook de duivels en hun vrouwen hebben geweldige maskers met lichtjes en glitterpakken. Dan komt de band, en daarna nog meer verklede monsters, alles met lichtjes en vuurwerk. Super leuk om te zien!
Zondagochtend gaat de wekker: we gaan weer eens een toeristenbus in. Deze keer gaat de trip naar een dorpje op anderhalf uur afstand; Tarabuca. Elke week is hier een markt met veel lokaal handwerk. We ontbijten met de overgebleven aardbeien en broodjes in het busje. Dat ding rijdt met vijftien kilometer per uur de heuvels op, tijd genoeg om lekker uit het raam te staren, want natuurlijk is de reis ook weer mooi. Vrij droge, gelige berghellingen met dorre plantjes hebben wat bomen op de top. Zowel in het dal tot op hoog in de heuvels zijn vlakjes met landbouw. Wat een werk moet dat zijn om die veldjes te bewerken! Op sommige staat nog graan, op andere is het net geoogst en ligt het te drogen. Ook staan er nog een paar roze quinoa-plantjes. Ezels met brandhout op hun rug lopen langs de weg. Eenmaal aangekomen krijgen we drie uur de tijd om over de markt te struinen. We moeten bukken om onder de zeilen door te lopen die zijn gespannen om de koopwaar en de verkopers tegen de zon te beschermen. Eenmaal op het plein zien we dat het barst van de spullen, dus nemen we eerst een bakkie om ons mentaal voor te bereiden op deze overdaad. Omdat we de dag ervoor al ons perfecte kleed hadden gekocht, waren we niet meer echt op zoek naar iets specifieks. Behalve dan dat Jim altijd op zoek is naar nieuwe instrumenten. Natuurlijk vindt hij weer iets speciaals, een enorme bamboe pijp waarop je via een dun pijpje moet blazen. Gaaf, maar een beetje onhandig om mee te nemen. Nog een paar beenwarmers voor Fem konden er nog wel bij, maar voor de rest hebben we alleen maar gekeken naar de mooie kleden. Wat waren het er veel en wat waren ze mooi!


  

Het weefwerk varieerde van grof tot heel fijn, verschillende kleurstijlen en weefpatronen, groot en klein, lama-, alpaca- of schapenwol; de één nog mooier dan de ander. Allemaal handwerk, allemaal uniek, wat knap gemaakt! Jammer dat ze nogal prijzig waren, we eigenlijk al genoeg kleden hadden gekocht en geen bestemming meer konden bedenken voor nog meer doeken. Maar natuurlijk was alleen kijken ook al heel erg leuk, al werd het ons niet echt gegund ontspannen wat kleedjes te bewonderen. Wanneer je ergens stopt om te kijken springt er gelijk een verkoper op je nek die alle kleden uitvouwt en roept dat ze goedkoop zijn of dat er korting op zit. Best wel vermoeiend. Nog irritanter zijn de vrouwtjes met gevlochten armbandjes op het plein die die dingen zowat je neus in duwen. Eentje gooit zo’n langer geval om mijn hoed, en beweert dat het heel mooi is. Gelukkig zijn ze heel klein, dus kun je ze vrij makkelijk je rug toekeren nadat we ze hebben laten zien dat we al volledig voorzien zijn van armbanden.





Het laatste kwartier voor vertrek staan we nog even te twijfelen bij een kleed. Het is heel mooi dik geweven schapenwol, en de verkoper verteld dat het al meer dan vijftig jaar oud is. Maar hij is zo zwaar dat we het onszelf toch niet willen aandoen er nog maanden mee te sjouwen. Fee en Merijn hebben wel een heel mooi vloerkleed gekocht voor in hun nieuwe huisje. Het is een beetje dezelfde stijl als degene die wij gekocht hebben, maar dan natuurlijk veel groter en met andere kleuren. Merijn vertelt ons trots hoe goed Fee wel niet heeft weten af te dingen, van wie heeft ze dat geleerd? Volledig overprikkeld stappen we het busje weer in. Wat een indrukken! Het kost moeite niet in slaap te vallen in het busje, dat overigens voor de helft gevuld was met Hollanders. Merijns ogen stralen wanneer een stel verteld dat je hier ook op motoren de omgeving kan bekijken. En hier heb je er niet eens een rijbewijs voor nodig, dus Fee kan ook mee! We zijn benieuwd of ze dit gaan doen, we zullen zien. Om een uur of drie zijn we terug in Sucre. Na de supermarkt en nog meer koffie gaan we terug naar het hostel, waar Fee een heerlijk havermoutpapje van soyamelk maakt. Dat was weer een topdag!
De dagen vliegen hier bijna ongemerkt voorbij. In het hostel hebben we een heerlijk plekje met die tuin, waar we zelfs een avondje een locale alcoholische drank proberen die we van een stel debiele Fransosen krijgen. Was wel erg gezellig! Overdag bekijken we wat winkeltjes of musea, drinken koffie op het balkon en lunchen nu elke dag in het vegetarische restaurant waar je voor 1 euro en 80 cent je buik vol eet met een drie-gangen maaltijd. We hebben een super kitsch huis gezien van een rijke vent uit de vorige eeuw. Alles geïmporteerd uit Frankrijk en het marmer uit Italië. Vergulde bronzen meubels, na de hutjes van de arme bevolking is dit glitterfestijn bijna te veel voor onze ogen. Ook vinden we toevallig het nieuwe adres van het weefmuseum, waar we wat meer te weten komen over de betekenis van de patronen en figuren op de doeken. Leuk! Nu staat er nog een op de verlanglijst om te zien, natuurlijk kunnen we hier niet weg voor het antropologische museum te hebben gezien! Merijn heeft bij het ziekenhuis wat bloed en ontlasting achtergelaten om hier te laten onderzoeken. Hij is echt ziek, de klachten blijven vaag en we maken ons allemaal zorgen om die lieve jongen. Liever een keer te veel gecheckt dan te weinig! Morgen krijgt hij de uitslag, we zijn benieuwd. Overmorgen vertrekken we waarschijnlijk naar een nieuwe bestemming, deze stad hebben we na een week toch wel weer gezien. Heerlijke dagen hier! Waar we straks heen gaan zijn we nog niet helemaal over uit. We kijken morgen even bij de bussen wat de mogelijkheden zijn. We reizen liever overdag dag ’s nachts, maar de meeste lange-afstands bussen rijden alleen in het donker. En dat is jammer, want dan zie je niets van de omgeving waar je doorheen hobbelt, en na zo’n nacht zijn we allemaal behoorlijk brak. Nou ja, we zien wel wat het wordt, wat is het toch heerlijk om zo van dag tot dag te kunnen leven! Door onze open en ontspannen geest borrelen allemaal leuke plannen voor de toekomst op. Fee, Jim en Fem hebben een top idee om straks in Nederland uit te gaan voeren! Al is het niet zo’n makkelijk plan, we fantaseren er nu lustig op los sinds een gesprek op het balkon van de koffie. Maar het blijft nog even bij dromen en genieten we volop van het nu, hier aan de andere kant van de wereld!






Het is weer tijd om een nieuw adres op te zoeken, ditmaal de grote stad La Paz. We hebben de tickets en vertrekken vanavond om 20:00 om vervolgens 12 uur later aan te komen. We bereiden de reis voor door weer lekkere snoepjes en koekjes meet te nemen. El Germen het lekkere vegetarische restaurant gaat ons blij maken met ons laatste avond maal hier in Sucre. 

1 & 2 Juni: Uyuni


Nadat we om 3 uur ‘s middags Ismael en Santos gedag hebben gezegd slepen we onze spullen naar het aardigste hostel dat we hebben gezien. We hebben twee kamertjes boven elkaar, met een warme douche. Wat is die heerlijk na zo’n tour!! De mevrouw van het hostel is een lief vrouwtje dat ons altijd toelacht en vrolijk gedag zegt. De kamers hebben vrolijke kleuren en de spijlen in de trap zijn gemaakt van fluiten, vast speciaal voor Jim!


Maar buiten is ook veel te zien, dus we gaan er die middag nog even op uit. We hebben al snel door dat Uyuni een doorvoerhaven is van een stroom toeristen die hierheen komt voor of nadat de zoutvlakte is bekeken. Natuurlijk komen we hier ook Nederlanders tegen. Nou ja, Brabanders dan, die op aanraden van Jim hier een mooie carnavals-outfit bij elkaar scharrelen. Het is zeker geen onaardig plaatsje, niet zo groot maar wel met meerdere markten. Op straat staan kleine karretje waar allerlei etenswaar wordt verkocht. De Bolivianen zelf ontbijten met ‘empanada’s’, gevulde deegflapjes met een rode saus. Over het algemeen zit er vlees in, dus wij kopen vaak een zak met broodjes die elke keer erg wisselt van smaak. Zoals overal in Bolivia veel karretjes met sinaasappels, waar voor vijftig cent voor je neus een vers sapje wordt geperst. En natuurlijk, ook de ijscoman rijdt met zo’n karretje rond.


In het centrum staat een klokkentoren met een niet-werkende klok en een klein maar zonnig plein met terrasjes. De terrasjes horen bij restaurants die pizza’s en vegetarisch eten aanprijzen, in hun beste Engels op de borden. Bolivianen en Engels levert soms best wel grappige combinaties op. We kijken niet meer op van ‘Breakfat’, ‘Tupperwar’of ‘Don’t push the paper in the toilette’. Dat laatste slaat overigens op het feit dat je hier in Bolivia (maar ook in Argentinie) je gebruikte ‘papel hygienico’ niet door de plee mag spoelen maar in een vuilnisbakje naast de ‘baño’ moet gooien. De eerste week maak je hier nog wel eens uit automatisme een foutje in, maar nu zijn we het al helemaal gewend. Soms moet je doorspoelen door een emmer met water in het toilet te storten, werkt ook prima. De douches zijn hier in Bolivia meestal elektrische douches. Dan hangt er een plastic douchekop met allerlei elektriciteitsdraadjes waar het water in de kop zelf wordt verwarmd. Ze schijnen nog wel eens schokken te geven wanneer er een draadje niet helemaal goed zit, maar gelukkig is ons dat tot nu toe nog bespaard gebleven.  Omdat er hier aan de rand van de zoutvlakte veel toeristen komen barst het van de winkeltjes. Die verkopen zo veel moois, we worden er bijna hebberig van! De enige remedie is alle winkels te bekijken, zodat je ziet dat ze eigenlijk overal hetzelfde verkopen en de mooie spullen op het laatst niet zo speciaal meer lijken. Dat lukt goed met de meeste spullen, maar sommige dingen zijn echte kunstwerken, zoals de fantastische handgeweven lama-wollen kleden in schitterende kleuren. De winkels zouden soms net zo goed musea kunnen zijn, wat ontzettend mooi! De prijs is er natuurlijk wel naar, en dat houdt ons tegen onze tassen vol te proppen of weer naar het postkantoor te gaan. We houden ons dus nog even in, want we verwachten later op de reis nog meer weefwerk tegen te komen. De eerste avond duiken we vroeg onder de wol, op de twee kamertjes staan de laptops aan om lekker op bed een filmpje te kijken. Felice was zo geniaal om wat eten te halen en trakteerde ons op een heerlijke pizza. De man van het restaurant was zelfs met haar meegelopen om alles te helpen tillen! Door deze aardige actie en de smaak van de pizza besluiten we de volgende avond met z’n allen in dat restaurant te gaan zitten. Daar ontdekken we dat ze van quinua (zoals ze het hier schrijven) ook soep maken, en ’s ochtends halen we bij een klein karretje een warm drankje van appel en dit locale Andes-graan. Super lekker!! Terwijl onze vieze was bij de wasserette ligt brengen we deze dag in dit plaatsje vooral winkeltjes-kijkend door.  Jim had de eerste middag aan de rand van de zoutvlakte een super leuk groen vilten hoedje gekocht, en zag een dag later de perfecte hoed voor Femke. Ook van vilt, maar dan bruin met een lief wit randje. Zo’n hoedje is toch wel echt lekker tegen de zon, en nu gaan we dus als Jut en Jul over straat.


Ook vind Jim eindelijk een muts die hem past, de Boliviaanse modellen zijn over het algemeen niet gemaakt op zo’n mooie bos krullen! Behalve de winkels is hier weinig te beleven, en dus boeken we een bus voor de volgende dag naar Sucre. Fee en Merijn hadden eerst het plan om ook een stop te maken in Potosi, de hoogst gelegen stad ter wereld. Deze stad is groot en bekend om zijn zilvermijn. Toeristen kunnen de mijn bezoeken om zich rot te schrikken van de erbarmelijke omstandigheden waarin de mijnwerkers moeten werken. Maar nadat de Brabanders ons vertellen dat ze twee dagen bij moesten komen van het stof in de mijn besluiten we dat dit echt een no-go is. De volgende ochtend in de bus rijden we via de vuilnis-vlakte de bergen in en worden we getrakteerd op een uitzicht van bovenaf op de zoutvlakte. Eenmaal bij Potosi zijn we blij dat we doorrijden, de stad ziet er namelijk niet zo gezellig uit. Na deze plaats te hebben gepasseerd merken we dat we de hoogvlakte een beetje verlaten. De halfvolle waterfles deukt helemaal in door het drukverschil! Ook zien we ineens weer bomen, en die zijn zelfs groen. Dat was een tijd geleden dat we die zagen! Tot hoog op de bergen zijn terrassen gemaakt waar van alles verbouwd wordt. Wat een werk moet dat zijn om die te maken! De weg krijgt net een opknapbeurt, sommige stukken rijden we op asfalt en een aantal bruggen zijn in aanbouw. Dat asfalt is nogal speciaal, maar een tiende van de wegen schijnt in dit land geasfalteerd te zijn. We zijn blij dat we overdag rijzen en wat van het landschap kunnen zien. Na drie uur hebben we wel al een houten kont van de stoelen in de bus, maar helaas, de rit duurt toch echt negen uur. Tussendoor twee stops om te wat te eten en naar het toilet te gaan. Jammer genoeg zitten in de Boliviaanse bussen geen toiletten, zoals we gewend waren in Argentinië. De laatste plaspauze was voor Fee niet bepaald een succes. De chauffeur stopte gewoon naast een veld, waar iedereen die moest maar in het wild de boodschap los moest laten. Zou hij dat gedaan hebben omdat Fee al twee keer bij een tankstation had gevraagd of ze daar naar de baño kon gaan? Wel een grappig gezicht hoor, die Boliviaanse vrouwen in hun rokken daar plassend in de bosjes! 

28/31 Mei: Salar Tour

Eindelijk gaat de wekker en dit keer heel vroeg. Om  8:00 vertrekken we vanuit Tupiza richting Uyuni via een waanzinnig natuurpark met de duur van 4 dagen. Wat hebben we hier lang naar staan uitkijken. Maar nu gaat het toch eindelijk gebeuren. We hebben ons flink voorbereid op geen elektriciteit en behoorlijk wat kou. Felice heeft een mega fleece deken gekocht waar je heel Siberië mee kan verwarmen en Femke doet het met een thermo binnen broek. We hebben alle handschoenen gescoord behalve ik die had ik al meegenomen. Alles met lama’s bedrukt treffende Femke. Sokken, muts en handschoenen met deze dread achtige schapen met giraffe nekken patronen. Oftewel klaar voor de strijd. We lopen richting de organisatie die om de hoek ligt, wat erg fijn is als je vroeg je bed uitkomt en het al koud is in Tupiza. We lopen onze 4 keer 4 jeep al tegemoet met een chauffeur die ons al gedag zegt. Hij heet Ismael. We maken kennis en al kort daarop droppen we onze backpack’s op het dak van dit bakbeest. Alles ingepakt in een dik zeil met wat extra fuel voor de komende dagen. De gasfles en de gehuurde slaapzakken gaan er ook bij. De plaats waar de laatklep zit gaat vol met lekkernij. We hebben de mededeling gedaan dat we vegetarische maaltijden wilde hebben en dat was natuurlijk mogelijk. Na onze plaatsen gechecked te hebben komt er een klein misvormd mannetje naast de chauffeur zitten. Hij stelde zichzelf voor als Santos. Oftewel dat was kok. De tour gaat beginnen. Precies acht uur reden we weg vanuit dit leuke stadje vol ambachtslieden en uitzichten. De usb stick van Ismael dateerde uit de jaren 90 classic hits. Coco Jambo, Dr Alban, Big in Japan, Haddeway en Ace of Base kwamen voorbij zetten. We lagen binnen het eerste uur al in een deuk. Maar ook binnen dat uur reden we met de jeep al de prachtige bergen op en in. De eerste stop was al magische. De uitgeslepen punten die aan de bergen waren vast geplakt leken wel uitgedropen kaarsen. Wat water allemaal niet doet met bergen. Fantastisch!!



We sollen nog even met een cactus door hem een pet op te doen en een bril, waarop ik hem met een brandende sigaret een finishing touch geef. ZZ topper of niet!?


 De coca blaadjes werden voor de jeep op de grond gegooid, dit bracht volgens Santos geluk aan Tupiza en een voorspoedige reis voor ons alle. Hij gaf ons een lollie om mee te beginnen. Merijn die even een suikerloos dieet aan het volgen is sloeg deze af, waarop Santos al meteen grappen begon te maken dat hij op een andere planeet moest gaan wonen. We stappen de jeep in om door te rijden over de zanderige weg. Af en toe stuiterde we wat heen en weer. Er is wel een weg maar of je het een weg kan noemen. We vibreren echt als een malle. Je kan ook zo lekker praten, dan klinkt als een schaap. We gillen wat weg na het zien van een clubje wilde lama’s.

Na nog een uurtje komen we op een vlakte waarbij de lama’s het landschap overheersen. Op ongeveer 4500 meter hoogte staan we zuurstof te happen en Felice rent achter wat lama’s aan. Dit combineren we met een plaspauze. Toiletten moeten we maar even vergeten deze dagen, behalve in de avonden als we bij ons slaapplaatsjes aankomen. Er stond plots een heel geïnteresseerde lama zo dichtbij dat we daar heel wat plaatjes op hebben staan wegschieten. Ik heb sowieso de meest rare pose van dit gedreade schaap op de foto. 



Vamos..We reden door prachtige berglandschappen die mij echt aan het noordelijke deel van Amerika moesten denken. Immens grote overzichten en heel veel zon deden ons vaak glimlachen. Ismael reed hier zo makkelijk doorheen dat hij al snel ons vertrouwen had gewonnen. Leegstaande huisjes met overgebleven stukken muur sieren hier vaak de bergjes die de zelfde kleur hebben. En Santos hield zijn oogjes maar wat vaak dicht. Die moest natuurlijk wat energie besparen om ons te voorzien van lekkere hapjes.
Er rennen ook een soort wilde lama’s die voor je wegrennen de zogeheten vicunas. Lijkt iets korthariger te zijn dan de lama, kleurtje van een hert. Erg leuk dat we die hier ook aantreffen want ze zijn mooi en rennen in kleine groepen door deze prachtige bergen. En nog een vreemde verschijning is de pluimen geel gras die als in de grond gestapte trollen overkomen althans het kapsel wat uitsteekt. Echt waanzin. 



Al vrij rap zien we de sneeuwtoppen boven de andere bergruggen uitsteken en dit brengt onze gedachte in een wat mindere tropische stemming. Maar gaaf om te zien. De temperatuur is overigens heerlijk overdag. De raampjes van de jeep staan wagen wijd open om vervolgens je camera eruit te hangen. Met een shutter time van 1 duizendste van 1 seconde kreeg ik een lama met tegenlicht op de foto, die als een trots stambeeld op een bergrand stond. Een wallpaper opzich.


 We passeren een dorp waar we wat foto’s mochten maken.  Dit samenraapsel van huizen telde honderd inwoners. In deze stop hebben we sowieso 10 procent van het dorp gedag gezegd. Hier waren we ook zo doorheen gewandeld. Vamos. Ismael begon over een afsnij route waardoor we de dag erna minder vroeg eruit moesten en dan nu naar een verlaten spookstad zouden kunnen gaan. Ja was daarop het antwoord. We hebben een kaart meegekregen waarop we precies konden zien wat we ongeveer te zien zouden krijgen per dag. Die spookstad stond er niet op.  We doen eerst een lunch. De laadklep gaat open we plassen wat en worden terug geroepen door de gebochelde en dat is niet gelogen, Santos had een bochel. De klokkenluider noemde we hem ook wel. Het Boliviaans gekleurde kleedje bedekte de stoffige laadklep en liet ons het eten zien. Rijst met groente en salade. Een schaal met bananen mocht ook niet ontbreken.


 We tasten gretig toe in de veronderstelling dat alles van ons was. Santos at wel drie bananen. Wij Hollanders hebben de pannenset nog net niet afgelikt. Merijn werd blij van de mayo die als boter op de rijst werd gedrapeerd. Ismael begon wat coca blaadjes te kauwen. Toch wel efficiënt met deze hoogte verschillen. Ik begon al wat lichte koppijn te krijgen van het een of ander ik zal wel wat vermoeid zijn van al deze indrukken tot nu. Als het de hoogte is wordt ik er niet blij van. Ik had mijn coca blaadjes in mijn backpack gedaan en die lagen als een cadeautjes ingepakt op de jeep. Dus dat werd het even niet. We waren die dag al begonnen met een thermosfles coca thee maar die was inmiddels wel leeg. Lekker gegeten en weer door met cruisen door de bergjes. We komen aan bij het verlaten spookdorp. Dit was een heel vreemd gezicht. In een dal stonde alleen nog wat muren van huizen maar wel een heleboel. Een panorama foto vol muren dus, in een dalstuk van een paar bergen. Het verhaal luide dat er spoken zouden zijn gesignaleerd en dat de hele bevolking heeft weggejaagd. Vreemd gezicht maar super gaaf dit gezien te hebben. 




Femke begint nu ook de lol te krijgen met mijn oude camera. Die heeft 2 maanden stil gelegen voor de back-up. Mijn accu percentage begint een beetje af te nemen. Ik heb er 2. Maar er is niks om te laden. Dus ik dacht aan 50 procent per dag. Lichtelijke stress om zuinig aan te doen terwijl je los wil gaan. Merijn zijn accu gaat iets langer mee maar die schiet zich ook helemaal scheel aan foto’s. Vooral de lama’s staan er ruimschoots op. We verlaten het verlaten stad opzoek naar spoken die er niet zijn. Dit spookstadje lag op 4650 meter. Rennen wil je hier trouwens niet je snakt echt te snel naar zuurstof. Niet dat we dat doen maar het idee dat je bij het vorige dorp een voetbalveldje zag staan verbaasd mij. We passeren een meer die in de verte doet glimmen tussen de bergen. Prachtig gezicht want de zon ging ook al wat meer schemeren.  In het strijklicht fotografeer ik uit de jeep achter me net de laatste zonnestralen op de berg met het plasje water ervoor.


Prachtig nu rijden we ongeveer in het donker. We zitten nu al de hele dag in de jeep met veel tussen pauze om te plassen en foto’s te maken. Onze eindbestemming was het park binnen zeilen en daar een nacht te verblijven in een hostel. Dit geheel naderde we al vrij snel. We rijden door het donker over een park waar we al heel snel bij het hostel aankomen. We bekijken de kamer en schrikken van het feit dat er gewoon stroom is. Heel fijn kan ik mijn berekeningen meteen aanpassen. De bedden stonden in solo positie op beton, dat word niet aan elkaar schuiven. Sterke jongen als je dat lukt. We trekken de cadeautjes van het dak en Santos vlucht meteen de keuken in om ons daarna te verblijden met een heerlijk bakje koffie. Hij vertelde dat hij wat cactus soep ging maken waarop wij een beetje moesten lachen. Het was heerlijk maar geen cactus soep, hij grapte ook de hele tijd maar wat weg. Arme Santos snakte nog wat naar lucht, we zaten hoog. En Merijn gaf zijn pufmachine die hij overigens nog geen 3 seconde kon binnen houden. Hij kreunde ook vaak vooral op het toilet klonk het als of er een jong hondje aan het grommen was. Vreemd mannetje maar absoluut een topper. Heerlijk gegeten. We moesten de kou nu toch echt gaan trotseren. Felice heeft Siberië om haar heen en ik lig in mijn onderbroek. We trappen nog wat lol door de kamer met wat jeugdige verhalen. Blijkt Merijn net als ik ook op de Hartenlust gezeten te hebben. En daar gingen de verhalen. Ik zet de klankschalen aan en iedereen was weer in tranqi modus klaar om te gaan slapen. We hebben de volgende dag om 7:00 afgesproken. Weer een vroegertje dus. Dit was top dag nummer 1 van de 4.

We springen het bed uit op de afgesproken tijd om een lekker ontbijtje te verorberen. Op dat moment is het echt heel koud buiten. Maar binnen was de nacht in het hostel ook koud, ook hier slapen we hoog, en het duurde voordat iedereen even inslaap kwam. In de ochtend zaten de ijskristallen tegen het raam geplakt. Ik scoor mijn bakje koffie graag met een sigaretje en dit moest ik buiten gaan opsmullen. BRBR Ik heb aan een onderbroek met daarover een lange onderbroek en dan mijn zomerbroek…, Tshirt , wollentrui daarover een fleecevest met een regenjasje. Sjaal en muts en mijn handschoenen. Dat gaat allemaal prima alleen wat koude voetjes. Maar als ik de rest mag geloven hadden ze allemaal koude voeten.. We bibberen wat weg in de ochtend maar dit duurde hooguit een uurtje. De zon verwarmde ons al vrij snel waardoor we de laagjes kleding weer van ons af konden pellen. Femke had aan: onderbroek  thermolegging, zomer broek, 2 paar sokken in haar schoenen, hemd , tshirt, longsleeve, windstopper , fleecevest en daaroverheen regenjas met de niet ontbrekende lama muts en handschoenen.  We rijden door uitgeslepen bergen en een soort van droge gelegde rivier beddingen. De eerste blikken worden weer enthousiast opgepakt door het zien van de wijde omgeving. We naderen een glimmend meer.



Femke en Felice wilde dolgraag van hun volle blaas af maar er was geen takje of bosje te vinden in deze mooie omgeving om je even achter te schuilen. Daar zaten ze op 200 meter afstand gehurkt voor het meer met een prachtig uitzicht. Merijn en ik  schieten een kiekje van de overblijfselen met de dames in de verte voor het meer.

Er lag ijs op het meer. Een vreemd spektakel van groen vormde zich onder het ijs een grappige kleuren pallet. We waren als kindjes voor het eerst op ijs. De barsten sloegen toe en het begon te kraken. Femke schiet nog wat macro’s van de ijskristallen terwijl de jeep weer aan kwam rijden. Vamos!! Het hele meer was dus s ‘nachts bevroren en overdag  weer een flamingo paradijs. Leuk dat we dit zo meemaken. Maar we zijn ook wel benieuwd naar de flamingo’s.

Dit park was bij daglicht een stuk ruimer dan de wegen ernaar toe. Hier is geen weg hooguit wat banden sporen. We rijden door wat water in een rivier met wat krakend ijs. Leuk zo’n 4 keer 4.  We spotten nog een vreemd dier wat oogde als en chinchilla dat rende langs de weg.  Ook een soort mos in kring vorming sieren hier het landschap. Af en toe een trol met alleen zijn haren uit het oppervlak komen we ook nog steeds tegen. De bergen kleuren in rood, oranje, beige en grijs. Ofwel een feest om doorheen te cruisen.

We rijden tussen al deze bergen en meren door.
We naderen de thermalen baden.  We besluiten alleen om eerst naar een vulkaan te gaan en daarna te gaan badderen. Het stoom komt van het water en zou 30 graden celsius warm zijn. De dames konden niet wachten. We tuffen door. De vulkaan is voor de ene helft van Chili en de andere helft van Bolivia. Dit uitzicht was erg bijzonder gemaakt door een groot meer wat weer voor deze reusachtige berg lag. Helaas geen weerspiegeling vanwege het ijs wat nog niet volledig ontdooit was. Er staan overal opgestapelde stenen waar je een steentje aan kon bijdragen door er nog een bij te stapelen. De bedoeling is dat je na het toevoegen van de juiste steen er een soort eren rondje om heen moest lopen. Dit doen wij regelmatig. Je komt ze in heel Zuid Amerika tegen vooral op speciale plekken zoals deze.


We wildplassen weer een end weg en vertrekken naar het plekje waar het stoom van het water afkomt. De kok bereid daar ons eten voor en wij mochten even een dipje nemen. Ik geloofde het wel en besloot een uitzicht foto te nemen van dit meer met wat stoom. Na enkele minuten gilde de dames naar mij toe waarop ik mijn vinger voor mijn mond hield van rustig maar ik hoor jullie wel. Ik hoorde op het wat hoger gelegen gedeelte in de berg het gekakel nog flink. Keek achterom er stond een vos praktisch naast me. Begin met wat klikje met mijn camera en film dit kleine stukje wild life. Erg leuk dat hij zo dichtbij probeerde te komen met zijn schutkleurtjes. De vos was niet dom want beneden waar gekookt werd lag natuurlijk ook wat voor hem. Waarschijnlijk wist dit dier natuurlijk wanneer de toeristen jeeps arriveerde en wanneer hij dat kon toeslaan.


Na wat kiekjes ben ik maar de dames op de korrel gaan nemen. Gezamenlijk met een big smile waren ze aan het genieten. Het uitzicht wat hier bij hoorde was echt spectaculair.

We eten daarna wat in het bijgesloten huisje waar de andere toeristen ook beginnen met hun maaltijd. En verdraaid een vette Duitze toerist staat buiten een foto te maken van zijn mede passagiers met een te grote camera waar je het vet van hun borden zag afdruipen door het glas van het huis. Maar wat ik achter hem zag lag verdacht op de sluwe rik die ik net in de bergen zag. Hij zag het in ieder geval niet. Ik kon er om lachen sta je dan met je mooie toestel een beetje etende mensen te fotograferen terwijl achter je een klein monstertje stond die toch echt veel meer indruk maakte. Na deze lekkere brunch vertrokken we naar een versteende boom althans zo stond het geformuleerd. De uit het niets staande rotsformatie hadden op plaatjes al wel voorbij zien komen. Maar als je er dan echt staat is deze steen toch best groot. Ze noemde deze een boom om dat deze de vorm daarvan had aangenomen. Midden in de woestijn van zand stond dit stuk pracht.


Als er niemand in de buurt loopt staat deze steen er heel mooi op. Maar toch, je ziet dan niet hoe groot dit is en is het fijn dat je medereizigers  hebt.
We cruisen door naar de geizers. Dit meurende geheel roken we op een afstand al. Van dichtbij was het echt verschrikkelijk. Rotte eieren en niets minder. Ik filmde Felice die met een sjaal voor haar mond verteld dat ze het verschrikkelijk vind. Maar wat een kleuren groen roze en grijz poolen met borrelende aardgassen. Heel gaaf was ook de mega rookwolk waar ik doorheen rende. Mijn camera kan weer een schoonmaak beurt gebruiken. We dachten na of we deze stank de jeep in zouden nemen. Waar je allemaal wel niet over nadenkt. Fantastisch dit even weer opgesnoven te hebben. 







 We naderen daarna een dorp waar nog geen 450 mensen zouden wonen.  Ook op deze hoogte waren mensen flink aan het werk. Het leek op wat uitbreiding van huizen. Het pleintje was uitgestorven en er was natuurlijk een kerkje. Na een kwartiertje Vamos!! We naderen het avond uur en het Hostel. We staan nu op het punt van een natuurwonder als je het mij vraagt. Het was een nabijgelegen meer wat gewoon de kleur rood heeft aangenomen. En ja hoor de flamingo’s stonde  er in te genieten.  Waanzinnig mooi!! En onvoorstelbaar ook. Na een overheerlijke maaltijd kruipen we weer onder de lakens. Weer een top dag.

       



De wekker gaat weer vroeg. Omdat Ismael het rode meer gisteravond had laten zien konden we een uurtje langer blijven liggen en was het meer ook niet bevroren en kleurloos geweest. Dus dat was een fijne beslissing van hem. Eigenlijk stond het rode meer voor de derde dag op de planning. Vandaag staan een hoop meren op het schema. Na een paar had je het bijna gezien zou je zeggen. Maar ze waren allemaal toch heel anders. Mooie weerspiegelingen in de meren zorgen ook voor de mooiste plaatjes.  We rijden het park weer uit.



Na de vogels zwevend en spiegelend te hebben vastgelegd begin ik wel heel blij te worden van de plaatjes die 3 dubbel staan opgeslagen.





We staan in de buurt van een actiefe vulkaan met een landschap die je alleen op de maan zou gaantegenkomen. Heel vreemd gezicht uit een berg ook rook pluimjes te zien komen.



We lunchen wat lekkers en op de kaart staan het eerste zoutige meertje aangegeven. En daar gingen we natuurlijk dwars doorheen. Een grenspost van Chili stond daar ook op en een trein rails ging er dwars overheen.

Er was alleen niet zo heel veel zout te bekennen. Het was wel wat wittig maar het was een mix. Mijn accu half leeg en nog een halve dag te gaan. Morgen zou het echte zout spektakel plaatsvinden.  We passeren een klein dorpje waar we ons plasje konden doen en een kioskje lag vol snoepjes. Ingeslagen met wat snoepjes-waar rijden we nu naar de witte horizon Salar de Uyuni genoemd. Het grootste zoutmeer van Zuid Amerika. De hele horizon was met een streepje wit belicht. 



Waanzin dat we die richting op reden. Na echt 2 uur dat als uitzicht te hebben gehad komen we bij ons laatste hostel aan. Dit zouthostel lag aan de rand van de Salar. We stapte naar binnen en wat denk je……nou nou. Alles van zout zelfs de kroonluchter. Onze bedden waren van zoutblokken en het muurvoegsel was ook van zout. Merijn legt zijn tong tegen de muur om dit te checken. Ik pik een korrel van de grond. We knikken ja en lachen om onze acties. We staan in een niet zouteloos gebeuren dat sowieso. We komen hier in de buurt vreemd genoeg ook een boel cactussen tegen die tegen de bergen aan zijn vast geplakt net als de lama’s. 




We bekijken dit geheel bij avond licht. Vol spanning over de laatste dag eten we onze maaltijd op die weer op een zout tafel staan. Versieringen en al het andere t ‘was allemaal van zout. Merijn begaf zich op gevaarlijk terrein. Als zout liefhebber dan. Want hij mocht er niet te veel van binnen krijgen zei de natuurgenezer. En het hangt hier een beetje in de lucht.




We spreken nu om 6:00 uur in de ochtend af om vervolgens de zonsopgang te bewonderen die dan ons heel blij ging maken.

Daar ging die zouteloze wekker en we sprongen met geknepen ogen in een stroomloze kamer op. De generator die het licht verzorgde stond alleen van 19:00 tot 22:00 aan. De zaklampjes kwamen nu goed van pas. We stapte op zoutvloer die als kleine kiezels aanvoelde pakte onze backpack’s en gooide deze op de jeep. Precies geen ontbijt dat zouden we ook ergens in het midden van de zoutvlakte gaan ondernemen. We sprongen de jeep in en een kwartiertje later reden we dan eindelijk door water wat ongeveer de helft van de banden in beslag had genomen. De donkere lucht begon langzaam lichter te worden en de spanningen ontwikkelde zich al een beetje. Stoppen hier nu even kiekjes maken de zon begon achter het eilandje en de wolken wat kleur te vertonen. Dit was echt fenomenaal. De weerspiegeling van het water waar we in omringd waren was echt heel mooi. Er was weinig licht maar nu al te gaaf!








We krijgen al iets meer te zien want de zon begint op te komen. Daar zitten we dan met opengelagen mondjes  aaaaaaaaaaa wat mooi! De mooiste zonsopgang ever. De eerste stralen komen door dunne laagjes wolken tevoorschijn te komen.

       


En langzaam krijgen van een beetje lichtblauwe en geel groene lucht een beetje oranje erbij. Tot zover weerspiegelde alles mooi. Inmiddels reden we niet meer door het water maar kwamen de structuren van de tegels opzetten. En dat gepaard met nog steeds de zonsopgang. Eindelijk het motiefje waar je als op google opzoekt naar zoutvlakte geen idee van hebt hoe dit in het echt eruitziet.
Heel mooi allemaal en we maken op deze vlakte even een stop. We kijken met ademloze blikken hoe het kleuren spektakel zich verder ontpopt. Het is echt het hoogte punt van de reis. Zo rijdend op de zoutvlakte met dit gevoel voel je opeens wel heel bijzonder dat je dit hebt mogen meemaken. We klikken onze kleine sd kaartjes dan ook flink vol!  






We mogen ons ontbijt op een eilandje gelegen op zoutvlakte delen met andere toeristen. De klokkenluider bereid het lekkere goedje terwijl wij een kijkje mogen nemen op het eiland wat bij het ochtend licht er erg bijzonder uitziet. Wie zien cactussen die immens hoog zijn, en vele honderden jaren oud zijn. Er stond er zelfs een bordje bij met 1200 jaar oud. Oke die was omgevallen. Maar daarnaast 1 van 900 honderd jaar oud die als een piek uitstak.




      
      



Geweldig op een eiland te staan omringd door zout. Dit eiland was op natuurlijke wijze ontstaan uiteraard, en bestond uit een vreemde steen formatie. We rende naar boven om het uitzicht te bewonderen. We worden hier wel blij van. Zelfs nu ik dit na een week geleden gedaan heb krijg ik er nog kriebels van. Ik hoop dat ik dat nog even kan vast houden. Echt een geweldige ervaring. Aanrader tot het bot. De tour eindigde om een uur of 2 in de middag. In het nabijgelegen plaatsje Unuyuni. Het is nu een uurtje of 10. We speuren naar het ontbijt waar we lekkere yoghurt krijgen met cornflakes achtige bende. Koffie mocht ook niet ontbreken. En Santos had zelfs een cake voorbereid. Hij wist ons wel te verwennen op de laatste dag.  Er rennen wat lama’s op het eiland die zich nu op de zoutvlakte bevinden. Dit geheel was leuk vast te leggen op de camera. Wat een unieke plaatjes kan je maken. Een lama met een cactus op links en stoeiend op rechts op de zoutvlaktes. De horizon was wit en ze maakte de raarste sprongetjes.


Het punt is aangebroken om weer verder te gaan rijden. Vamos!!! Nee we willen niet weg maar we stapte braafjes in. Ergens in het midden van eiland en wal houden we nog even een stop. Nu gaan we echt los. Merijn en ik besloten met blote kont en springende dames op de kiek te gaan. Wat een grap. Merijn ging uit de kleren op zijn boxer, schoenen en een muts na. Ismael ging in een boekje bladeren al liggend op het zout. Ik besluit een sigaretje te roken en een zoutkristal uit de grond te bikken.



 Daarna pak ik mijn cherokee fluit en zo moest ik ook op de foto. Statief uitgestald om enkele groepsfoto’s te maken en zo vermaken we ons nog even. Na een uurtje begeven we ons weer in de auto.
We tuffen nog langs het eerste zouthotel op deze vlakte. Lekker ook weer van zout natuurlijk.

        

        

        

Daarna rijden we nog langs wat werkende mensen die zich alleen maar met zout bezig houden. Allemaal hoopjes zout stonden te weerspiegelen in kleine laagjes water. Heel mooi gezicht weer.





Er komt een einde in zicht. We staan stil bij het monument waarbij 5 mensen zijn omgekomen op deze vlakte. En Ismael vertelde dat dit het einde was van de zoutvlakte. AHHHH Wat een einde.

       



 We doen onze laatste brunch aan wal bij een toeristisch plaatsje vol leuke kraampjes. Vanuit daar rijden we naar het stadje Uyuni. Daar waar we uitstapte was het afgelopen, 4 dagen om nooit te vergeten.  Helemaal geslaagd. En rozig zochten we naar een hostel waar we naar een verwarmde douche verlangde.